Groepsaccommodatie Wolkenland is gelegen op één van de toppen van het oude Bergherbos. De stuwwal waar het Bergherbos op ligt ontstond toen zo’n 200.000 jaar geleden gigantische ijsmassa’s vanuit het noorden bergen van grond en stenen voor zich uit stuwden. Het ijs smolt later weg en de stuwwallen bleven achter. Ze dragen vele sporen uit het verleden. Er is duizenden jaren gewoond en geploegd, er is ijzererts gewonnen en gevochten, er zijn bomen gekapt en weer nieuwe geplant.
De motte
Een veelbewogen plek in het Bergherbos is de motte, een kunstmatige heuvel die rond het jaar 1000 is opgeworpen. Vanaf dit punt had je strategisch zicht op de hele omgeving. De middeleeuwers maakten er werk van. Ze verhoogden de heuvel met zeker zeven meter, groeven een gracht en legden een dubbele aarden wal aan. De vesting verdween in de loop der tijd, maar kreeg een keur aan opvolgers. Tegenwoordig staat er op deze plek, die eigendom is van Stichting Huis Bergh, een hotel-restaurant. De uitkijktoren verderop op de Hulzenberg is nog een knipoog naar de vroegere motte.
Het Bergherbos van naaldbos naar loofbos
Natuurmonumenten beheert het Bergherbos met zorg, sinds 1985. De naaldbossen, ooit aangeplant voor de houtoogst, zijn op veel plekken omgevormd tot loofbossen. Inheemse bomen zoals eik en beuk krijgen de ruimte. Dat geldt ook voor bosranden en open plekken die ontstaan, die op hun beurt veel dieren trekken. In het Bergerbos leven nog boommarters, dassen, wespendieven en draaihalzen. Dieren die je niet snel ziet, maar hier in alle rust kunnen leven. Met een beetje geluk zie je wel een ree, hoor je spechten tikken of fladderen er vlinders om je heen langs de kruidenrijke bospaden.
Gouden rand
Rondom het Bergherbos liggen biologische akkers. Het is het grootst aaneengesloten areaal biologische akkers in Nederland. Natuurmonumenten heeft 160 hectare daarvan in eigen beheer. Er wordt alles aan gedaan om de biodiversiteit op de akkers hoog te houden en hebben speciale flora- en fauna-akkers. Op deze akkers vind je nog volop akkerbloemen en akkervogels. Tussen de gouden korenaren blinken knalrode klaprozen en hemelsblauwe korenbloemen. Geelgorsen laten hun mooie lied horen en patrijzen scharrelen langs de akkerranden.’